Ook een eigen kamer voor pleegkinderen

Soms moet een kind plotseling ergens anders wonen. In Nederland zijn 16.655 pleeggezinnen* die deze kinderen liefdevol opvangen, ook al hebben ze eigenlijk geen kamertje over. Kinderpostzegels ondersteunt pleegouders met een financiële bijdrage als ze willen verbouwen. Want ieder (pleeg)kind verdient een eigen kamer.

Een jaar lang sliepen Desi (14) en Cindy (8) op een luchtbed op de kamer bij hun pleegouders. ‘Ik ben maar nieuwe schoenen gaan kopen, want we konden niet meer bij onze schoenenkast’, lacht pleegvader Harry (59). Samen met zijn vrouw Henriëtte (55) bood hij de zusjes een veilig thuis nadat duidelijk geworden was dat ze niet meer bij hun moeder konden wonen. Samen hadden ze al twee dochters Liz en Nina, een tweeling van inmiddels 21 en er was geen kamer meer over waar Desi en Cindy konden slapen.

Die eerste weken was dat geen probleem. De meisjes vonden het fijn om dichtbij Harry en Henriëtte te zijn en voor de pleegouders stond alles in het teken van een goede verzorging. Henriette: ‘Ik zette ze onder de douche, waste hun haren en leerden ze  om iedere dag hun tanden te poetsen en te ontbijten. Dat waren ze niet gewend. Al na een paar dagen zei de juf van school dat het leek alsof ze heel andere kinderen in de klas zag zitten.’

Een eigen plekje
Toen duidelijk werd dat ze niet terug zouden gaan naar hun moeder, gaven Henriëtte en Harry meteen aan dat de zusjes ‘natuurlijk’ bij hen konden blijven wonen. Daar hoefden ze niet lang over na te denken. De vraag waar ze dan moesten slapen, kostte heel wat meer hoofdbrekens. Het luchtbed werd om te beginnen vervangen door een slaapbank, zodat Harry weer bij zijn schoenen kon, maar dat was natuurlijk ook geen permanente oplossing. ‘De meiden vonden het heel gezellig, maar voor ons was wel duidelijk dat ze hun eigen plekje nodig hadden. En wij ook, trouwens’, glimlacht Henriëtte.

Portemonnee leeg
Harry begon te puzzelen. Er zat wat overwaarde op hun huis en dat wilden ze inzetten voor een verbouwing. Van de rommelzolder kon hij een kamer maken, maar dan moest er een dakkapel opgebouwd worden. ‘Ik heb offertes aangevraagd, maar het werd me al snel duidelijk dat die oplossing te duur voor ons was.’ Een bevriende gepensioneerde bouwopzichter bood aan om de garage naast het huis te verbouwen tot slaapkamer. Terwijl Harry en Henriëtte heel Nederland én Duitsland afreisden om het goedkoopste bouwmateriaal op de kop te tikken, werkte de bevriende bouwopzichter aan de verbouwing. Voor niks.

Kamer voor een Kind
Tijdens een bijeenkomst van pleegouders raakte Harry in gesprek met de wethouder voor Jeugdzorg en die attendeerde hem voor het eerst op Kamer voor een Kind. Samen met een aantal partners stelt Kinderpostzegels geld beschikbaar voor pleegouders die een extra kamer willen bouwen voor hun pleegkinderen. ‘Niemand van de aanwezige pleegouders had daar ooit van gehoord!’ zegt Harry. En dat wil hij veranderen.

Cactuskamer
Omdat de zusjes het liefst dicht bij Harry en Henriëtte wilden slapen en een van de tweeling van 21 op kamers ging, kwam er een grote kamer-carrousel op gang. Henriëtte: ‘Een van onze kinderen ging naar de garage, waardoor Desi en Cindy haar kamer over konden nemen.’ Door het geld van Kinderpostzegels, konden ze de kamer helemaal naar de wens van de meiden inrichten. Die waren er meteen uit: ze wilden een cactuskamer. Cindy klimt trots boven op het stapelbed in haar nieuwe kamer. Grote zus Desi zit op het onderste bed en kijkt geamuseerd toe hoe haar kleine zusje enthousiast vertelt: ‘Kijk, er staan cactussen op het behang en ik heb cactusbehang. En daar staat een echte cactus, maar die vind ik een beetje eng. Die prikt.’

De zolder werd ingericht tot een plek waar ze alle vier kunnen zitten. Er staan een spelcomputer, een televisie en lekkere stoelen. Desi is blij dat zij en haar zusje altijd bij elkaar in de buurt zijn. ‘En als ik even niet op mijn kamer wil zitten, kan ik altijd nog naar boven, naar de speelkamer. Daar is het ook heel chill.’ Daarna lopen ze allebei mee naar beneden, waar Henriëtte de verbouwde garagekamer laat zien, die inmiddels ook helemaal is ingericht. Er staat een hoogslaper met daaronder een bank en een gezellig zitje. ‘Iedereen heeft nu een eigen kamer en iedereen heeft de keuze of ze alleen wil zijn of juist niet’, zegt Henriëtte. Maar vaak zoeken ze juist elkaars gezelschap op. ‘Als onze dochters thuis zijn, zitten ze zoveel mogelijk bij elkaar. Die meiden zijn echt acht handen op één buik. Ze gaan voor elkaar door het vuur.’

*   Cijfers 2017, Nederlands Jeugdinstituut